Handhaving is niet aan de brandweer. Daarvoor zijn vanuit het Bouwbesluit, de gemeenten verantwoordelijk. In de praktijk is het voor de gemeente moeilijk om te controleren of iedereen de rookmelders op elke woonetage heeft hangen. Bovendien, kopen en ophangen is één, maar wie ziet of jij de rookmelders ook goed onderhouden hebt en of er werkende batterijen in zaten op het moment van brand? Daarom: hang ze niet op voor de minister of voor een verzekeraar, maar op de eerste plaats voor je eigen veiligheid en voor de mensen wiens leven je lief is.
Dit is iets waarover iedere verzekeraar zelf beslist. We verwachten echter dat de meeste verzekeraars deze verplichting niet van invloed laten zijn op de hoogte van de premie of op het uitkeren van een schadebedrag.
En een tip: Zet alvast een terugkerende afspraak in je agenda voor het regelmatig testen, schoonmaken en na 10 jaar vervangen van de rookmelders.
Op elke verdieping in huis moet minimaal één rookmelder hangen. Het advies van de brandweer is om in ieder geval rookmelders op te hangen in de vluchtroute en in de kamers waarin je slaapt. Hang de rookmelders aan het plafond, want rook stijgt. Verstop rookmelders niet achter gordijnen of in een hoekje. Zorg dat je rookmelders minimaal 50 cm vanaf de muur ophangt.
Op vakantie met caravan, camper of in een recreatiewoning? Installeer een rookmelder en liefst ook een koolmonoxidemelder. Zeker als je gebruik maakt van een verwarmingstoestel met gasverbranding. Hang de rookmelder en koolmonoxidemelder ook hier liefst 50 cm van de kant af en dicht bij een mogelijke risicobron.
Haal maandelijks de stofzuiger even langs de rookmelders. Dan blijven ze zo veel mogelijk stofvrij. Als te veel stof zich ophoopt in een melder, functioneert die niet goed meer (en kan hierdoor afgaan terwijl er geen brand is). Test de rookmelders iedere maand door de testknop in te drukken. Wacht met het vervangen van een batterij niet tot deze helemaal leeg is, maar vervang ‘m op een vaste dag in het jaar. Beter nog schaf rookmelders aan met batterijen die 10 jaar meegaan.
En denk ook nog even aan:
Bij installatie van een nieuwe ketel moet de rookgasafvoer vervangen worden. Rookgasafvoeren zijn ontworpen om net zo lang mee te gaan als een cv-ketel, niet veel langer. Hierop besparen kan tot lekkages en daardoor koolmonoxidevergiftiging leiden.
Bron: Consumentenbond
De eerste lichamelijke symptomen van een koolmonoxidevergiftiging lijken op een griepje: lichte hoofdpijn, misselijkheid, overgeven en vermoeidheid. Ook voel je je verward, slaperig en je krijgt een versnelde hartslag. Bij een hoge concentratie koolmonoxide treden er ernstige symptomen op zoals: bewusteloosheid, coma, blijvende hersenschade met mogelijk overlijden als gevolg.
Een goede ventilatie is van groot belang voor de gezondheid van jou en je huisgenoten. Dat betekent niet dat je alle ramen wagenwijd moet openzetten. Het gedeeltelijk dag en nacht openzetten van bijvoorbeeld luchtroosters of kiepramen volstaat. Wil je meer weten over goed ventileren, neem dan contact op met de GGD in jouw regio.
Deze waarschuwt je als er koolmonoxide in je huis vrijkomt. Zie ook ‘Koolmonoxidemelder – waar plaats je die?’ voor de juiste plek.
Nee, u hoeft niet aan de gemeente te melden dat u een laadpaal op eigen terrein wilt plaatsen. Bij plaatsing van een laadpaal in uw parkeergarage adviseren wij de hierboven benoemde maatregelen.
Elke parkeergarage is anders en vraagt daarom om maatwerk per situatie. Om de specifieke situatie van uw eigen (ondergrondse) parkeergarage te beoordelen kunt u een brandveiligheidsdeskundige van een ter zake kundig adviesbureau vragen om een brandveiligheidsscan uit te voeren. Bespreek met deze brandveiligheidsdeskundige welke maatregelen in uw situatie kunnen worden toegepast.
Voor nieuw te bouwen parkeergarages met een gebruiksoppervlakte van maximaal 1.000 m2 gelden de rechtstreeks werkende prestatie-eisen van het Bouwbesluit 2012. Voor bestaande parkeergarages geldt een grenswaarde van maximaal 3.000 m2. Bij overschrijding van deze grenswaarden moet, volgens artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012, een gelijkwaardige mate van brandveiligheid worden gerealiseerd als beoogd is met de voorschriften. Om een gelijkwaardige mate van brandveiligheid te realiseren zijn meestal aanvullende voorzieningen nodig; denk bijvoorbeeld aan een sprinklerinstallatie. De eisen in het Bouwbesluit zijn erop gericht de kans op slachtoffers bij een brand in een parkeergarage te beperken en de kans op branduitbreiding naar gebouwen op een ander perceel te beperken.
Voor elektrische voertuigen en laadvoorzieningen in parkeergarages zijn nog geen specifieke brandveiligheidseisen opgenomen in het Bouwbesluit 2012. Het Ministerie van BZK heeft overigens wel het voornemen om voor nieuwe parkeergarages een aantal voorschriften toe te voegen. Zie hiervoor verder de internetconsultatie. Bovendien zijn de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 slechts minimumeisen.
Om de andersoortige risico’s die het parkeren en laden van elektrische voertuigen in parkeergarages met zich meebrengt te beperken, adviseren we voor dit moment om de mogelijke maatregelen in de publicatie Brandveiligheid parkeergarages met elektrisch aangedreven voertuigen te bezien op effectiviteit en haalbaarheid in een gesprek beheerder/eigenaar en een brandveiligheidsadviseur. Een verder uitgewerkt plan kan vervolgens worden voorgelegd aan de veiligheidsregio.
Bouwkundige maatregelen
Installatietechnische maatregelen
Organisatorische maatregelen
Maatregelen t.b.v. repressieve inzet
Verder is de installatie van sprinklers of watermistsystemen de meest passende maatregel om de ontwikkeling van de brand te beperken en om branduitbreiding tussen de voertuigen te voorkomen.
Kijkend naar de kans op brand en het effect bij een brandend elektrisch voertuig, is duidelijk dat er andersoortige risico’s zijn wanneer elektrische voertuigen geparkeerd en opgeladen worden in een parkeergarage. Zo ontwikkelen branden met elektrische voertuigen zich anders qua brandverloop en brandduur. Door het ontstaan van toxische verbrandingsproducten kan er een situatie ontstaan die voor het vluchten en bestrijden van de brand ongunstig is. Ook de rest van het brandende voertuig (met name de kunststofonderdelen) zorgt, net als bij conventionele voertuigen met kunststofonderdelen, al voor ernstig toxische rook, waardoor het vluchten op zich al zeer kritiek is.
Systemische gezondheidseffecten door blootstelling aan HF-houdende rook van li-ion battery packs lijken onwaarschijnlijk. Daarnaast is het blussen van branden met elektrische voertuigen lastiger. Verder zorgt het opladen van voertuigen in parkeergarages voor andersoortige risico’s: dit is namelijk een extra activiteit ten opzichte van het enkel parkeren van een voertuig. Zie voor meer informatie het artikel Brandveiligheid van parkeergarages en duurzame brandstoffen in magazine Vexpansie.
Overigens, het bestrijden van een brand in een (ondergrondse) parkeergarage is ook zonder elektrische auto’s of laadpalen al lastig voor de brandweer.