De brandweer roept Particuliere alarmcentrales (PAC) op om voortaan alleen nog brandalarmen door te melden die geverifieerd zijn. Dat verhoogt de kwaliteit van de brandweerzorg. Dit kan door het volgen van het verificatieprotocol van VEBON-NOVB. Als de PAC’s volgens dit protocol werken, kan de brandweer zich richten op haar primaire taak: noodhulp verlenen.
Particuliere alarmcentrales melden regelmatig automatische brandalarmen door naar de brandweer. Het gaat daarbij om alarmen van brandmeldinstallaties die niet verplicht door hoeven te melden naar de brandweer. Meestal blijkt ter plaatse dat er geen brand is en gaat het om een zogeheten nodeloze melding. Toch moet de brandweer daarvoor de weg op en is de betreffende ploeg op dat moment niet inzetbaar voor daadwerkelijke noodhulp.
De brandweer ziet kansen voor een betere brandweerzorg als particuliere alarmcentrales alleen nog brandalarmen doormelden die zijn geverifieerd. Dat betekent ook iets voor beveiligingsbedrijven en de abonnees van de PAC’s. In het protocol van VEBON-NOVB staat bijvoorbeeld dat het belangrijk is dat de abonnee een gecertificeerde brandmeldinstallatie (NEN 2535) heeft die wordt beheerd en onderhouden (NEN 2654-1).
Het verificatieprotocol van VEBON-NOVB (Protocol Automatische Branddoormelding via PAC naar RAC) regelt de kwaliteit van de brandmeldsystemen en een adequate technische en/of organisatorische verificatie van brandalarmen. Brandweer Nederland beschouwt het VEBON-NOVB protocol als een goede basis voor een betrouwbare doormelding van brandalarmen. Om de beoordeling van de brandmelding op de meldkamer van de brandweer mogelijk te maken geeft de particuliere alarmcentrale bij de melding de categorie van verificatie door. Blijkt achteraf dat de verificatie niet juist is uitgevoerd, dan verlangt de brandweer van de particuliere alarmcentrale of haar abonnee maatregelen om deze verificatie in de toekomst wel volgens het protocol uit te voeren. De brandweer past hiervoor een meldkamer- en nazorgprotocol toe.
VEBON-NOVB heeft als de grootste brancheorganisatie van Particuliere alarmcentrales in Nederland in samenspraak met het Verbond van Verzekeraars en Brandweer Nederland een verificatieprotocol ontwikkeld. Dit protocol is ook toepasbaar door Particuliere alarmcentrales die niet zijn aangesloten bij VEBON-NOVB. Van alle Particuliere alarmcentrales die brandmeldingen doormelden aan de brandweer wordt verwacht dat zij het verificatieprotocol toepassen. Deze uniforme werkwijze draagt bij aan de betrouwbaarheid van brandmeldingen en zodoende ook aan de kwaliteit van brandweerzorg.
Om ook in de toekomst ervan verzekerd te zijn dat de brandweer adequaat kan reageren op automatische brandmeldingen vanuit uw bedrijf of instelling zijn de volgende punten van belang:
Brandmeldinstallaties die brandalarmen doormelden naar een Particuliere alarmcentrale behoren te voldoen aan de algemene ontwerpnorm voor brandmeldinstallaties NEN 2535 en volgens de reguliere onderhoudsnorm NEN 2654-1 te worden onderhouden. De brandmeldinstallatie is voorzien van een installatiecertificaat en onderhoudscertificaat. Daarnaast dient één van de categorieën van verificatie te worden toegepast. Voor u als branddetectiebedrijf zijn categorie 1 (technische verificatie) en categorie 3 (tweemelderafhankelijkheid) een aandachtspunt. De oplossingen voor technische verificatie in het overzicht van VEBON-NOVB zijn toepasbaar binnen categorie 1. Meer informatie hierover op de website van VEBON-NOVB.
De brandweer verwacht dat na elke doormelding van een onecht of ongewenst brandalarm structurele maatregelen worden getroffen om dergelijke ongewenste en onechte brandmeldingen in de toekomst te voorkomen. De brandweer gaat er van uit dat u uw opdrachtgevers daar actief over informeert.
De centralist van de brandweer vraagt bij een melding via een Particuliere alarmcentrale welke categorie van verificatie heeft plaatsgevonden. Indien geen verificatie heeft plaatsgevonden of de melding valt in categorie 6, dan dienst eerst alsnog persoonlijke verificatie plaats te vinden.
Valt de melding in categorie 1 t/m 5 dan zal de brandweercentralist de gegevens van verificatie registreren en een brandweereenheid alarmeren. De brandweer beoordeelt deze brandmeldingen dus als een terechte hulpvraag. Ter plaatse lokaliseert de brandweereenheid dan direct de herkomst van de melding. Is er op dat moment geen sleutelhouder aanwezig, of is de toegankelijkheid voor de brandweer niet automatisch geregeld, dan verschaft de brandweer (indien nodig) zich de toegang tot het pand. Na een ongewenste of onechte brandmelding vraagt de brandweer bij de Particuliere alarmcentrale informatie op over het type brandmeldinstallatie, het certificaat, de categorie van verificatie en de oorzaak van het brandalarm en op basis daarvan verbetermaatregelen verwachten.
Bij het uitblijven van terugkoppeling over de melding of het uitblijven van verbetermaatregelen overweegt de brandweer om voor een bepaald object in het vervolg pas uit te rukken nadat persoonlijke verificatie door de PAC en/of de abonnee heeft plaatsgevonden. Ook kunnen de kosten van een onnodige brandweerinzet bij de Particuliere alarmcentrale in rekening worden gebracht als dienstverlening.
Brandmeldinstallaties worden speciaal ontworpen en aangelegd om brand te detecteren en te melden. De brandweer vindt het redelijk dat brandalarmen van brandmeldinstallaties die aan brandmeldinstallatienormen voldoen (NEN 2535 en NEN 2654-1) kunnen worden doorgemeld naar de meldkamer brandweer. Rookmelders aangesloten op inbraakalarminstallaties of andere beveiligingsinstallaties vallen daar niet onder. Alarmen van rookmelders die zijn aangesloten op een beveiligingsinstallatie vallen in categorie 6 van het verificatieprotocol van VEBON-NOVB. De brandweer verwacht van u dat u de betreffende PAC informeert dat categorie 6 van toepassing is.