Als manschap bestrijd je samen met een brandweereenheid, onder leiding van een bevelvoerder, het incident. Je hebt binnen de brandweereenheid een specifieke taak, waarvan de inhoud kan verschillen per soort incident: brand, hulpverlening, gevaarlijke stoffen en waterongevallen.
Als bevelvoerder ruk je samen met je eenheid uit naar het incident en verkent het incident. Op basis van de feiten bepaal je de inzettactiek en geef je leiding aan de manschappen. Na afloop coördineer je de personele en materiële nazorg en zorg je voor de administratieve afhandeling van het incident.
Als Officier van Dienst Brandweer geef je bij een groot incident leiding aan de brandweereenheden. Daarnaast ben je tijdens het incident vanuit de brandweer de aangewezen persoon voor de samenwerking en afstemming met partners zoals de politie, ambulance en gemeente.
De HOvD geeft sturing en advies aan de OvD en stemt bij grootschalige incidenten af met andere partijen zoals politie en Geneeskundige dienst.
Eén van de taken van de brandweer is hulpverlening, bijvoorbeeld bij een kettingbotsing. Het technisch team (meestal twee personen) bedient de verschillende gereedschappen die nodig zijn om een voertuig te stabiliseren en eventueel toegang tot een slachtoffer te krijgen.
In deze rol ondersteun je, samen met de gewondenverzorger, de bevelvoerder bij de eerste verkenning. De VF bewaakt de veiligheid van de teamleden, de collega hulpverleners en de slachtoffers. De veiligheidsfunctionaris controleert bijvoorbeeld of het voertuig stabiel blijft en let op de gevaren door uitstromende vloeistoffen, brandgevaar en andere gevaren in de werkomgeving.
Wanneer de brandweer als eerste ter plaatse is maakt de gewondenverzorger een eerste inschatting van de gezondheidstoestand van het slachtoffer. De gewondenverzorger herkent levensbedreigende aandoeningen en kan levensreddende handelingen verrichten. Wanneer de ambulance ter plaatse komt neemt het ambulancepersoneel de zorg voor het slachtoffer over, in nauwe afstemming en in samenwerking met de gewondenverzorger.
De brandweer maakt gebruik van een ‘crash-recovery systeem’ om aan de hand van het kenteken van de auto
bijzonderheden te achterhalen. Het is software die direct in verbinding staat met de RDW en waarin alle kentekens (ook buitenlandse) van personenauto’s, vrachtwagens en bussen vermeld staan. Je kunt van ieder type voertuig de bijzonderheden achterhalen.
Vanaf het voorjaar 2018 wordt dit oproepsysteem verplicht ingebouwd in nieuwe auto’s. Het e-Callsysteem reageert op botssensoren en het openen van de airbags. Bij een heftige botsing zendt het e-Call systeem onmiddellijk een alarmsignaal vanuit de auto naar de 112-meldkamer. Voordelen van dit systeem zijn:
(Bron: ANWB)
Nee, ieder incident is anders. Ook de manier van hulpverlening, de inzet van personeel en materieel verschilt per incident en per regio. Dit is een voorbeeld.
Snelwegen hebben verplicht allemaal een vluchtstrook. Deze verplichting geldt niet voor N-wegen en daarom hebben ook niet alle N-wegen een vluchtstrook. Bij smalle wegen lopen de hulpdiensten dus vertraging op door het opstropende verkeer in het geval van een ongeluk.
De brandweer is vaak sneller ter plaatse dan de ambulance, omdat er nu eenmaal meer brandweerposten zijn dan ambulanceposten. Omdat bij ongevallen iedere seconde telt, heeft de brandweer ook de taak van ‘First Responder’: een gealarmeerde hulpverlener, die als eerste ter plaatse komt en competent is eerste hulp te verlenen in een situatie waarbij dit noodzakelijk is.
'Het risico is dat je in het incident gezogen wordt terwijl je de rust en het overzicht dient te bewaren om juist te kunnen handelen.'
Brandweer
