Het terrein is voor een deel omringd door water waardoor het vanaf het land niet mogelijk is om het gehele terrein veilig te bestrijken.
VERVUILING BLUSWATER
Er werd tijdens het incident door het RIVM onderzoek gedaan naar de mate van vervuiling van het bluswater. In afwachting van het onderzoeksresultaat werd het bluswater opgevangen en afgevoerd. Hierdoor was er sprake van een gelimiteerde hoeveelheid in te zetten bluswater.
HEVIGE BRAND
Door de hevigheid van de brand was het lange tijd niet mogelijk om op een veilige manier de schroothopen uit elkaar te trekken om zo het brandend materiaal gericht af te blussen.
ROOKOVERLAST
Veel rookoverlast door het brandende materiaal in benedenwinds gebied. Bovendien draaide in de loop van het incident de windrichting met een aangepast inzetplan tot gevolg.
LANGDURIGE INZET
Grote inzet personeel en materieel; het betrof een zeer grote brand die wel 3 dagen duurde.
Als manschap bestrijd je samen met een brandweereenheid, onder leiding van een bevelvoerder, het incident. Je hebt binnen de brandweereenheid een specifieke taak, waarvan de inhoud kan verschillen per soort incident: brand, hulpverlening, gevaarlijke stoffen en waterongevallen.
Als bevelvoerder ruk je samen met je eenheid uit naar het incident en verkent het incident. Op basis van de feiten bepaal je de inzettactiek en geef je leiding aan de manschappen. Na afloop coördineer je de personele en materiële nazorg en zorg je voor de administratieve afhandeling van het incident.
Drones kunnen worden ingezet bij een incident om de situatie van bovenaf te monitoren. Het droneteam bestaat uit een gezagvoerder/piloot, een sensorbediener en een waarnemer.
De meetplanleider is een specialist op het gebied van gevaarlijke stoffen. De MPL zorgt voor het aansturen en coördineren van de meetploegen die in het effectgebied metingen verrichten. De MPL interpreteert en analyseert de waarnemings- en meetresultaten.
De AGS analyseert en beoordeelt het incident met betrekking tot gevaarlijke stoffen die vrijkomen. De AGS adviseert de hoogst leidinggevende over de te nemen maatregelen in het effectgebied.
De informatiemanager COPI verzamelt, analyseert en beoordeelt informatie in het COPI. De informatiemanager is verantwoordelijk voor het informatieproces in het COPI.
Als Officier van Dienst Brandweer geef je bij een groot incident leiding aan de brandweereenheden. Daarnaast ben je tijdens het incident vanuit de brandweer de aangewezen persoon voor de samenwerking en afstemming met partners zoals de politie, ambulance en gemeente.
De leider commando plaats incident (CoPI) geeft leiding aan de multidisciplinaire samenwerking in het CoPI en is verantwoordelijk voor het multidisciplinair aanpakken van het incident.
Een omgevingsdienst is verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen, toezicht en handhaving en kan vanuit die rol betrokken worden bij industriebranden.
Soms blijven de gevolgen van een groot incident niet beperkt tot de plek waar het is gebeurd, denk aan bijvoorbeeld een aardbeving of een giftige rookwolk. De hulpverlening wordt opgeschaald en een Regionaal Operationeel Team wordt samengesteld, onder leiding van een ROL. De ROL informeert en adviseert de burgemeester (beleidsteam).
Een HOvD (Hoofdofficier van Dienst) geeft als Algemeen Commandant Brandweerzorg (dit is een van de taken van een HoVD) leiding aan de totale brandweerinzet. De ACB neemt vanaf GRIP 2 (opschaling wanneer de gevolgen van een groot incident niet beperkt blijven tot de plek waar het is gebeurd) namens de brandweer deel aan het Regionaal Operationeel Team.
De Algemeen Commandant bevolkingszorg is lid van het Regionaal Operationeel Team. Een van de taken is het plannen, uitvoeren, monitoren en bijstellen van de inzet van mensen en middelen op het terrein van grootschalige bevolkingszorg.
De Algemeen Commandant Politie is lid van het Regionaal Operationaal Team en informeert de leider ROT over het incident en de gevolgen op het terrein van de politie.
De Algemeen commandant geneeskundige zorg is verantwoordelijk voor de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening en informeert de Leider Operationeel team (ROT).
De meetplanleider is een specialist op het gebied van gevaarlijke stoffen. De MPL zorgt voor het aansturen en coördineren van de meetploegen die in het effectgebied metingen verrichten. De MPL interpreteert en analyseert de waarnemings- en meetresultaten.
Binnen de Nederlandse brandweer kennen we zowel repressief personeel met een beroeps- als met een vrijwillige aanstelling. Een repressieve beroepsmedewerker werkt in principe in ploegen met diensten van 24 uur. Na een 24-uursdienst komt een nieuwe ploeg op om de dienst over te nemen.
De maximale duur van een inzet is niet bepaald. Bij bijvoorbeeld intensieve of lange brandweerinzetten wordt zorggedragen voor aflossing van personeel. Dit houdt in dat nog niet ingezet personeel de werkzaamheden overneemt, zodat de ingezette eenheden de gelegenheid hebben om te rusten. Aflossing is altijd afhankelijk van factoren, zoals weersinvloeden, incidenttype en omvang.
Was deze informatie nuttig?Bedankt voor je feedback!Bedankt voor je feedback, klik hier om feedback te geven
Gemeenten binnen een veiligheidsregio bundelen hun krachten, waarbij onder meer de brandweerzorg aan de veiligheidsregio is overgedragen. De brandweer maakt dus deel uit van een veiligheidsregio. Door op regionaal niveau samen te werken is het mogelijk om als organisatie efficiënter en effectiever te functioneren. Hierbij wordt de inzet van brandweereenheden binnen de veiligheidsregio niet beperkt tot gemeentegrenzen.
Daarnaast kan een veiligheidsregio met omliggende veiligheidsregio’s afspraken maken, waardoor brandweereenheden ook buiten de grenzen van de veiligheidsregio worden gealarmeerd. Het doel hiervan is om zo snel mogelijk hulp in nood te kunnen bieden.
Bij grootschalige incidenten kan een veiligheidsregio ook om interregionale bijstand vragen. Hierbij wordt in pelotonsverband de hulp van andere veiligheidsregio’s gevraagd om het incident te kunnen bestrijden. Het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum treedt namens het ministerie van Justitie en Veiligheid op als centraal loket.
Was deze informatie nuttig?Bedankt voor je feedback!Bedankt voor je feedback, klik hier om feedback te geven
Namens de burgemeesters binnen een veiligheidsregio is de brandweerorganisatie gemandateerd om een NL-alert in te zetten. Dit middel kan worden ingezet voor het waarschuwen van de bevolking bij levens- of gezondheidsbedreigende situaties. Binnen de brandweer wordt de toepassing van een NL-alert per incident, waarbij sprake is van een effectgebied, op officiersniveau afgewogen. Hierbij wordt op basis van de dan beschikbare informatie een inschatting van het gevaar voor de omgeving en de duur van het incident gemaakt.
Was deze informatie nuttig?Bedankt voor je feedback!Bedankt voor je feedback, klik hier om feedback te geven
Nee, iedere brand is anders. Ook de manier van blussen, de inzet van personeel en materieel verschilt per brand en per regio. Dit is een voorbeeld.
Was deze informatie nuttig?Bedankt voor je feedback!Bedankt voor je feedback, klik hier om feedback te geven
Heel uniek om zoveel bijstand van buiten onze regio te kunnen en mogen inzetten. Dit heeft het blussen en de rookoverlast zeker verkort. Het gebruik van de dronebeelden op de blusboten en in het CoPI laat zien hoe krachtig we als diensten kunnen samenwerken.’