Bij grote of complexe incidenten moeten hulpverleners van de hulpverleningsdiensten (brandweer, politie, geneeskundige zorg en bevolkingszorg) snel kunnen omschakelen naar één multidisciplinaire organisatie die het incident bestrijdt. Om zo’n opschaling goed te laten verlopen is de GRIP-structuur ontwikkeld. Daarin wordt beschreven wanneer de crisisteams bij elkaar komen en hoe deze onderling samenwerken.
De GRIP-structuur is geen wettelijke regeling maar is opgenomen in de regionale crisisplannen van alle 25 veiligheidsregio’s. Daardoor kan het zijn dat iedere regio -op basis van de landelijke richtlijnen- een eigen invulling geeft aan opschaling bij incidenten.
Afhankelijk van het soort en de grootte van het incident, onderscheiden we verschillende niveaus van opschaling.
Soms zijn bij de bestrijding van een incident nog andere hulpverleningsdiensten betrokken (bijvoorbeeld politie of ambulance.) Als er coördinatie tussen de hulpverleningsdiensten nodig is, dan wordt er vaak opgeschaald naar GRIP-1. Vlak bij het incident wordt dan een Commando Plaats Incident (CoPI) ingericht. In dit team zitten vertegenwoordigers van de verschillende hulpverleningsdiensten en samen coördineren ze het incident en adviseren ze hoe het incident het beste aangepakt kan worden.
Als er ook een inzet van hulpverleningsdiensten buiten de plaats van het incident (brongebied) nodig is, kan er worden opgeschaald naar een hoger GRIP-niveau. Naast het CoPI wordt dan een Regionaal Operationeel Team (ROT) ingericht. Het team verzamelt informatie, adviseert en coördineert. Onafhankelijk van de plaats van het incident komt het ROT samen op een vaste locatie in de regio. Vaak is dat het kantoor van de veiligheidsregio. Het ROT staat onder leiding van een Operationeel Leider. Uitgangspunt is dat het ROT zich richt op de (mogelijke) effecten van het incident. Het ROT is binnen de regionale rampenbestrijding en crisisbeheersing het hoogste operationele niveau.
Wanneer tijdens een incident overlegd moet worden met bijvoorbeeld een burgemeester, kan worden opgeschaald naar GRIP-3. Naast het CoPI en het ROT wordt dan een gemeentelijk beleidsteam (GBT) gevormd. Het GBT is een multidisciplinair team dat de burgemeester adviseert over (mogelijk) te nemen maatregelen en de communicatie richting pers en publiek. Het is formeel de burgemeester die besluit tot opschaling naar GRIP-3.
Zodra het incident meer dan twee gemeenten bestrijkt, kan er worden opgeschaald naar GRIP-4 en wordt er op advies van de voorzitter van de veiligheidsregio een regionaal beleidsteam (RBT) samengesteld.
De voorzitter van de veiligheidsregio is in dat geval het bevoegd gezag. Het RBT is het adviesteam van de voorzitter van de veiligheidsregio. De burgemeesters van de getroffen gemeenten, de hoofdofficier van justitie en de voorzitter van het waterschap zijn formeel lid van het RBT. In veel regio’s schuiven zo nodig ook adviseurs van de operationele diensten en eventueel andere betrokken partijen aan bij het RBT. Bij GRIP-4 is normaal gesproken sprake van een incident dat beperkt blijft tot het grondgebied van één veiligheidsregio.
Wanneer sprake is van een ramp of crisis die zich uitstrekt over meer dan één veiligheidsregio, kan worden opgeschaald naar GRIP-5. Dit gebeurt alleen als daartoe bestuurlijke noodzaak aanwezig is. Tijdens een GRIP-5 vindt geen overdracht van het bevoegd gezag plaats naar een ‘hoger niveau’. De voorzitters van de betrokken veiligheidsregio’s behouden het bevoegd gezag over de diensten die in hun eigen regio bij de rampbestrijding betrokken zijn. Wat wel gebeurt, is dat de veiligheidsregio’s gezamenlijk de interregionale incidentbestrijding ter hand nemen, waarbij één veiligheidsregio de bestuurlijke en operationele afhandeling coördineert.
De Mobiele Commando Unit is eigenlijk een soort ‘crisiscentrum op wielen’.
De MCU wordt ingezet bij (GRIP-) incidenten, zodat de brandweer, ambulancedienst, politie, bevolkingszorg en andere hulpdiensten samen kunnen overleggen vlakbij plaats incident. De Mobiele Commando Unit is voorzien van snel internet, een stroomaggregaat, een satellietschotel en rechtstreekse verbindingen met de meldkamer en het regionaal crisiscentrum.