Gebruiksmelding brandveiligheid

Voordat een ‘bouwwerk’ of ‘plaats’ in gebruik kan worden genomen, moet je in sommige gevallen – in het kader van brandveiligheid – een gebruiksmelding doen. Met de melding toon je aan dat het ‘bouwwerk’ of de ‘plaats’ voldoet aan de voorwaarden voor brandveilig gebruik. De gemeente boordeelt in de meeste gevallen deze melding.

Met een ‘bouwwerk’ wordt bedoelt: een “constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren”. (zie ook Gebruiksmelding in het Bbl)
Met een ‘plaats’ wordt bedoelt: een “ruimtelijk begrensde oppervlakte, bestaande uit ten minste een gebied of bouwsel of een samenstelling daarvan”. (zie ook Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen)

Wanneer een gebruiksmelding?

De gebruiksmeldingsplicht hangt af van de gebruiksfunctie van het ‘bouwwerk’ of de ‘plaats’, en van het aantal personen dat daarin tegelijk zal verblijven.

Dit is vastgelegd in:

het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) in paragraaf 6.1.2. voor “bouwwerken”
en
het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (BGBOP) hoofdstuk 2.

Indienen van een gebruiksmelding

De gebruiksmelding moet ten minste vier weken voor aanvang van het gebruik van het ‘bouwwerk’ of ‘plaats’ worden gedaan bij de gemeente waarbinnen het gebruiken plaatsvindt, via het omgevingsloket. Hiervoor is DigiD of eHerkenning nodig.

Naar het Omgevingsloket

Toezicht en controle

Na het indienen van een gebruiksmelding kan de gemeente of de brandweer controleren of het gebruik van het ‘bouwwerk’ of de ‘plaats’ voldoet aan de algemene eisen van het BBL, of de BGBOP en de eventuele opgelegde nadere eisen. Die controle kan plaatsvinden voordat het ‘bouwwerk’ of de ‘plaats’ in gebruik wordt genomen, maar ook daarna.

Was deze informatie nuttig?