Als manschap bestrijd je samen met een brandweereenheid, onder leiding van een bevelvoerder, het incident. Je hebt binnen de brandweereenheid een specifieke taak, waarvan de inhoud kan verschillen per soort incident: brand, hulpverlening, gevaarlijke stoffen en waterongevallen.
Als bevelvoerder ruk je samen met je eenheid uit naar het incident en verkent het incident. Op basis van de feiten bepaal je de inzettactiek en geef je leiding aan de manschappen. Na afloop coördineer je de personele en materiële nazorg en zorg je voor de administratieve afhandeling van het incident.
De Officier van Dienst geeft bij een groot incident leiding aan de brandweereenheden. De OvD is tijdens het incident vanuit de brandweer de aangewezen persoon voor de samenwerking en afstemming met partners zoals de politie, ambulance en gemeente.
De HOvD geeft sturing en advies aan de OvD en stemt bij grootschalige incidenten af met andere partijen zoals politie en Geneeskundige dienst.
Een speciaal team zorgt voor de ontsmetting van personen die in aanraking gekomen zijn met gevaarlijke stoffen. Ze maken gebruik van een speciale container met daarin onder ander andere een douche.
De communicatieadviseur verzorgt de woordvoering over actuele, nog lopende incidenten en beantwoordt vragen over de inzet.
De AGS analyseert en beoordeelt het incident met betrekking tot gevaarlijke stoffen die vrijkomen. De AGS adviseert de hoogst leidinggevende over de te nemen maatregelen in het effectgebied.
De HON levert een ondersteunende bijdrage zoals het coördineren van logistieke aspecten voor incidentlocatie.
Leden van het BAS-team hebben specialistische kennis en kunde op het gebied van brandbestrijding. Ook beschikken zij over specialistisch materiaal, zoals bijvoorbeeld een blusrobot die voor blussing en ventilatie ingezet kan worden.
De meetplanleider is een specialist op het gebied van gevaarlijke stoffen. De MPL zorgt voor het aansturen en coördineren van de meetploegen die in het effectgebied metingen verrichten. De MPL interpreteert en analyseert de waarnemings- en meetresultaten.
Bij voldoende wateraanvoer is dat ongeveer 2400 liter water
per minuut.
Zo dicht mogelijk bij de uitgang.
Het kan het gevolg zijn van een ontwerp of productiefout, maar ook externe factoren zoals verhitting van buitenaf, het verkeerd gebruiken ervan of blootstelling aan (extreme) omstandigheden zoals een beschadiging door een botsing.
Nee, iedere brand is anders. Ook de manier van blussen, de inzet van personeel en materieel verschilt per brand en per regio. Dit is een voorbeeld.
Het gedrag van mensen kan van invloed zijn op de inzet. Burgers zijn geneigd hun voertuig nog weg te willen halen, en worden soms boos als dat om veiligheidsredenen niet kan.
brandweer.nl
