Vorig jaar april maakten we kennis met brandweeraspiranten Esther en Guido, destijds nét aan de opleiding tot manschap begonnen. We zochten ze voor de derde keer op, onderweg naar de laatste theorietoets in de aanloop naar het aller-aller-állerlaatste examen van de manschapsopleiding in oktober.
Esther: “Heel goed! Vorig najaar hebben we allebei ons tussentijdse examen brandbestrijding gehaald. Daarna doken we in de bestrijding van incidenten met gevaarlijke stoffen – IBGS in brandweertaal, Incident Bestrijding Gevaarlijke Stoffen – en nu leggen we de laatste hand aan het onderdeel Technische Hulpverlening. Dan gaat het om noodbevrijdingen, het opdoen van kennis over moderne elektrische auto’s, het stabiliseren van voertuigen en het omgaan met gereedschappen, maar ook bijvoorbeeld over ongevallen met bussen, treinen en liften. Soms wel technisch, maar super interessant!”
Guido: “Ik merk dat het tweede jaar me redelijk gemakkelijk afgaat, maar ik moet zeggen: ik werk in de bouw en het is wellicht een voordeel als je een technisch beroep hebt. Ik ben wel blij dat we er bijna zijn. Het is een prachtige opleiding, we hebben een fantastische klas en ik leer veel, maar het is na bijna twee jaar mooi geweest. Inclusief de oefenavond en het huiswerk maken ben ik drie avonden per week bezig met de brandweer en dat is nog steeds zeer intensief. Wat meespeelt is dat we eind november ons eerste kindje verwachten. Het is dus plezierig dat we – als alles goed gaat – half oktober helemaal klaar zijn.”
Esther: “Ik best wel. Veel verschillende ook. Tilassistenties, een gaslekkage… Niet zo lang terug was ik voor het eerst mee naar een waterongeval. Een auto was omgekeerd in een sloot beland en de bestuurder zat er nog in. Hij had zich gelukkig wel kunnen losmaken uit zijn gordel en zat met zijn hoofd boven water, gehurkt op het plafond van de auto. Dat liep goed af, maar het was wel spannend. Ik heb onlangs ook mijn eerste binneninzet bij een brand gehad, compleet met ademlucht en al. Het ging om een bijgebouw van Reigersdaal in Heerhugowaard. We moesten een deur openbreken en rookgaskoeling doen. Naderhand moesten de plafondplaten er nog uit voor het nablussen. De warmtebeeldcamera bleef aangeven dat daar wat zat.”
Guido: “Inzetten zijn er best regelmatig, maar vaak zijn het bijvoorbeeld tilassistenties of ongevallen. Echte brandmeldingen hebben we niet zoveel. Een tijdje terug hadden we een industriebrand in een loods en er was een keer een brandje op een schoolplein. Ook werden we gealarmeerd vanwege een autobrand, dat bleek om de auto van een goede vriend te gaan. Onlangs hadden we ook hier een waterongeval, toen op de Dorpsstraat in Lambertschaag een pizzabezorger op de brug in de problemen kwam en met pizza’s en al in het water belandde. Die kwam met de schrik vrij.”
Esther: “Calamiteiten laten zich natuurlijk niet plannen, maar dat zorgt tot nu toe niet voor heel veel problemen of onrust. Ik was laatst wel een keer nét aan het koken toen de pager ging. Mijn vriend was nog niet thuis. Ik heb alles uitgezet en ben weg gesjeesd. Tegen mijn oudste zoon heb ik gezegd dat hij even moest controleren of ik alles echt had uitgezet. Hij heeft vervolgens uit zichzelf zijn vader een appje gestuurd dat we later zouden eten omdat mama een uitruk had. Wat hij er niet bij vertelde, was dat er eigenlijk nog niet was gekookt en dat papa dat dus mocht doen als hij thuiskwam, haha.”
Guido: “Mij valt vooral op dat ik overdag vaak mee kan omdat ik meestal op het dorp of in de directe omgeving aan het werk ben. Ik kan er doorgaans heel snel zijn. Veel collega’s kunnen dat niet, omdat ze veel verder weg werken. Die inzetten pak ik eigenlijk altijd wel mee, tenzij ik op zo’n moment zelf ook net iets te ver uit de buurt ben.”
Esther: “Ik vind het supermooi werk en naarmate de opleiding vordert, wordt het steeds echter. Er komt ook veel meer bij kijken dan ik had verwacht. Het beroemde ‘brandweervirus’ heeft me inmiddels wel in zijn greep. Mijn zoon zit bij de jeugdbrandweer. Daar help ik regelmatig mee. En ik heb de ambitie om na de opleiding beroeps te worden. Ik voel echt passie voor dit werk.”
“Ik heb de ambitie om na de opleiding beroeps te worden.”
Guido: “Het kriebelt wel, maar niet zo sterk dat ik beroeps zou willen worden. Ik vind het mooi dat ik als vrijwilliger een taak kan vervullen en kan helpen mijn eigen dorp veiliger te houden. Dat is echt een drijfveer. Maar daarbuiten geniet ik ook weer elke dag van mijn werk in ons eigen bouwbedrijf. Voor mij is die combinatie helemaal goed!”
Dit is het derde interview met Esther en Guido in een reeks die duurt tot het einde van hun opleiding. Periodiek zoeken we ze op, vragen we hoe het met ze gaat en waar ze staan in de opleiding. Zo geven we met tussenpozen van ongeveer drie maanden een kijkje in het leven van een brandweerman en -vrouw in wording.