Het begon met een automatische brandmelding. Vaak is dat loos alarm, toch houdt de brandweer er altijd rekening mee dat dat niet zo is. En dat was in dit geval ook zo, want toen de eerste tankautospuit ter plaatse kwam hing er lichte rook in het hotel. Toen Officier van Dienst (OvD) Robert Orsel aankwam bij het hotel was het pand al ontruimd door de bhv. ‘Heel fijn, want dat helpt ons in de beeldvorming. Dan weten we gelijk dat het pand leeg is en kunnen we ons concentreren op het blussen van de brand. In de grote zaal achter de keuken hing een meter lichte rook. Niet alarmerend, maar wel veel. Het klopte niet, want we zagen nog steeds geen vuur. Toen zijn we gaan zoeken, met twee ploegen.’
Als OvD was het de taak van Robert om na te denken over de mogelijke scenario’s. ‘Ik dacht: als we de brand nu niet vinden, bestaat de kans dat het hotel compleet afbrandt. Het is een complex pand en het is allemaal hout. Daarom heb ik opgeschaald naar grote brand. De afweging is: als we de brand nu niet vinden, hoeveel tijd hebben we dan nog voordat het echt uit de hand loopt? We hebben heel lang gezocht en meerdere gaten gemaakt in de muur en in het plafond. Uiteindelijk bleek de brand in de muur van de keuken naar de grote zaal te zitten. De warmte van de oven heeft waarschijnlijk elke keer de muur opgewarmd, totdat het hout en het isolatiemateriaal in de muur zijn gaan smeulen.’
Terugkijkend vindt Robert het opschalen naar grote brand geen overdreven maatregel. Integendeel: ‘Achteraf gezien had ik zelfs wel kunnen opschalen naar zeer grote brand, gezien de blinde vlekken die ik nog had. Het gaat erom dat je een op het oog klein brandje niet onderschat en nadenkt over wat er kan gebeuren. We hadden niet alle informatie over waar de brand zat en waar hij naartoe kon gaan. Wat als de brand in één keer heel groot was geworden? Met dat scenario in het achterhoofd moesten we doorpakken. Daarom hebben we niet geschuwd om gaten te maken en veel water te gebruiken. Ook qua communicatie, opschaling en manier van leiderschap was het een incident uit het boekje. Goed om te zien dat de afspraken die we met elkaar maken, en de oefeningen die we doen, dan zo goed uitpakken tijdens een uitruk. Alle puzzelstukjes vielen in elkaar.’
Ook hoteleigenaar Appie Weij knijpt zijn handen dicht dat het zo goed is afgelopen. ‘Het had veel erger kunnen zijn. Doordat de constructie van het pand goed is, de brandinstallatie zijn werk deed en de brandweer er snel was, is de brand in de kiem gesmoord. Gelukkig konden we bijna gelijk weer open omdat we nog een oude keuken hebben. Vanuit daar bedienen we nu het restaurant. We zijn op dit moment met man en macht bezig om de nieuwe keuken weer zo snel mogelijk operationeel te krijgen. Daarna gaan we nog met de grote zaal bezig, die ook is beschadigd. We gaan bouwkundige aanpassingen maken om te zorgen dat zoiets niet weer kan gebeuren. Er komt bijvoorbeeld een stenen in plaats van een houten muur. Ik neem geen risico meer!’