Sinds drie jaar zit Sonja als vrijwilliger bij de brandweer in Bad Nieuweschans, en van die beslissing heeft ze nog geen seconde spijt gehad. “Het idee dat je pieper gaat en je hebt geen idee wat je te wachten staat: dat vind ik geweldig.”
Voordat Sonja in Bad Nieuweschans kwam wonen wilde ze al bij de brandweer, maar woonde ze te ver weg van een kazerne. Toen ze een flyer in de bus vond over dat ze mensen zochten, twijfelde ze dan ook geen moment en meldde zich aan. Na de meeloopperiode wist Sonja het helemaal zeker en begon ze aan de opleiding tot manschap. “Dat kost best wat tijd: één avond in de week heb je les en daarnaast doe je zelfstudie. Ook heb je eens in de twee weken een oefenavond bij je eigen brandweerpost. Maar voor mij maakte dat niet uit, omdat ik het allemaal zo leuk vond. Ik stak die tijd er graag in.”
Het helpen van mensen zit Sonja in het bloed: in het dagelijks leven is ze dialyseverpleegkundige in het ziekenhuis. Daarnaast is ze ook nog burgerhulpverlener en geeft ze reanimatietrainingen. “Het zijn allemaal manieren om mensen te helpen, maar wel net anders. Mijn werk als verpleegkundige is heel specialistisch en de brandweer is juist heel breed: een goede combinatie.”
Sonja heeft de combinatie van werk en brandweer zelfs zo naar haar hand gezet dat ze zoveel mogelijk tijd aan de brandweer kan besteden. “Ik werk veel nachtdiensten in het ziekenhuis, zodat ik overdag beschikbaar ben voor de brandweer. Overdag hebben we bij de brandweer namelijk vaak te weinig mensen die mee kunnen met uitrukken. Ik heb nu al meerdere keren gehad dat ik net thuiskwam van een nachtdienst en de pieper ging: kon ik gelijk door. Mooi vind ik dat!”
Natuurlijk betekent dat ook wel iets voor haar privéleven: zit ze net gezellig met haar vriend aan tafel, gaat de pieper. “Nou komt dat niet zo vaak voor, omdat we in Bad Nieuweschans niet zo heel veel uitrukken hebben. Maar als dat wel zo is, dan vindt mijn vriend dat niet erg. Hij steunt me er juist helemaal in. Als de pieper gaat, zorgt hij dat alles klaarstaat en ik alleen maar in de auto hoef te springen.” En het idee dat je 24/7 beschikbaar moet zijn voor de brandweer? Dat is zeker niet het geval. “Ik doe gewoon mijn ding en hou er niet persé rekening mee. Je kunt moeilijk altijd thuis gaan zitten en dat wordt ook helemaal niet van je verwacht.”
Een ander misverstand: dat iedereen die bij de brandweer zit, heel technisch moet zijn. “Ik ben het bewijs dat dat niet waar is, want ik ben totaal niet technisch. Maar je moet natuurlijk wel bereid zijn om dat te leren. Dat heb ik ook gedaan. Het mooie is dat je niet in je eentje bij de brandweer zit, maar als team. Iedereen heeft een andere achtergrond en vaak zitten daar genoeg technische mensen bij. Zolang het een goede mix is, is dat prima.”
Sonja is inmiddels zelfs in opleiding tot bevelvoerder, een rol waarbij je tijdens een uitruk leiding geeft aan vijf manschappen in een tankautospuit. “Ik werd daarvoor gevraagd en moest er eerst wel even over nadenken. Ik zit natuurlijk nog niet zo heel lang bij de brandweer en had het gevoel dat ik eerst meer ervaring moest opdoen. Maar ik heb navraag gedaan binnen de ploeg en iedereen bleek erachter te staan. Ik ben wel iemand die goed het overzicht kan bewaren en weet wat er moet gebeuren, en dat is belangrijk in de rol als bevelvoerder. Ik vind de opleiding heel leuk en merk dat de andere bevelvoerders in onze ploeg mij daarin meenemen. Dat is heel fijn.”
Een uitruk die Sonja nog goed voor de geest staat is een grote boerderijbrand op eerste kerstdag. “Ik kwam net uit mijn werk en was nog in opleiding tot manschap. Ik heb eerst geholpen met het opbouwen van de waterwinning en daarna met blussen. Het was best een ingewikkelde brand omdat er ook sprake was van een gaslek en een muur die op instorten stond. Intussen was de gevoelstemperatuur -19, had iedereen het steenkoud en bevroren het bluswater en de slangen. Maar juist daardoor heeft het veel indruk gemaakt en vond ik het supermooi om op zo’n moment iets te kunnen betekenen en bijdragen. Wanneer maak je zoiets nou mee?”