“Wij gaan naar plekken toe waar andere mensen wegrennen”
“Van jongs af aan trok het vak van brandweerman me al: zwaailichten, sirenes en indrukwekkende brandweerwagens. Ik vind het mooi om op deze manier mensen te kunnen helpen. En het is ook gewoon spannend. Wij gaan naar plekken toe waar andere mensen wegrennen. Natuurlijk zijn er risico’s, maar we worden goed opgeleid en we werken samen als team. Er zitten veel ervaren mensen bij de ploeg, van wie ik veel leer. En het is ook gewoon een hele gezellige en hechte groep. We maken samen dingen mee die je niet met anderen meemaakt. De ploeg voelt als een familie van dertig mensen.”
“Ongeveer twee jaar geleden heb ik mijn opleiding tot manschap afgerond. Maar daarvoor ging ik ook al mee op uitruk, want zodra je een vaste aanstelling hebt, krijg je een pieper en kun je mee. Dan loop je eigenlijk stage, je kijkt toe en je doet wat je kunt doen. Daar leer je heel veel van. Daarnaast heb ik onlangs mijn opleiding tot chauffeur/pompbediende afgerond. Dat is echt iets voor mij; ik ben wel een beetje een machineman, want ik kom uit de landbouw. En ik houd van techniek. Binnenkort begin ik ook nog aan de opleiding tot hoogwerkerspecialist; ik vind het mooi om me op deze manier te kunnen blijven doorontwikkelen en nieuwe dingen te leren.”
“Met mijn vorige baan was het werk als brandweerman niet te combineren. Ik werkte toen bij een grondverzetbedrijf en had klussen in heel Groningen en Drenthe. Maar nu heb ik een eigen groentezaak op twee kilometer van de kazerne af en kan het wel. Toen ik een advertentie voorbij zag komen ging ik nadenken. Ik had niet echt een hobby, en dat is nu de brandweer geworden. Ik heb personeel in dienst waardoor ik weg kan als de pieper gaat. Maar als het echt druk is, kan ik gewoon niet weg. Natuurlijk vraagt het privé ook wel wat: zit ik net gezellig samen met mijn vriendin te eten, gaat de pieper. Maar gelukkig snapt ze het wel. Toen ik erover nadacht om bij de brandweer te gaan zei ze direct: als je dat wilt, moet je dat doen. Als je maar voorzichtig bent.”