‘Nu ben ik gesetteld, nu word ik brandweervrouw’

‘Bij de brandweer ben ik sportief bezig, op mijn werk zet ik vooral mijn denkkracht in’

Bij nacht en ontij je bed uit om mens en dier te helpen. Nederland telt zo’n 19.000 mannen en vrouwen die als brandweervrijwilliger oproepbaar zijn. Zij combineren dit met hun gewone werk, thuissituatie en andere bezigheden. In deze serie vertellen vrijwilligers waarom zij de pieper altijd bij de hand houden. Christel van Benthem (43) uit Loosdrecht combineert haar werk als HR Business Partner bij de Triodos Bank met het brandweervak. “Op mijn werk vinden ze het heel gaaf en interessant.”

Christel van Benthem

  • 43 jaar
  • Werk: HR Business Partner
  • Hobby: brandweervrijwilliger in Loosdrecht, Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek
  • Weetje: hoopt in de toekomst brandweerchauffeur te worden. ‘Dat lijkt me magisch’

Zo’n vier jaar geleden vond Christel het op haar 39ste tijd om zich bij de brandweer aan te melden. De wens was er wel al langer, maar de tijd nog niet. Ze was jaren druk met haar carrière, reizen, het stichten van een gezin. “Samen met mijn man kwamen wij iets meer dan vier jaar geleden in Loosdrecht te wonen met ons dochtertje van één en toen dacht ik ‘nu ben ik gesetteld, nu kan het’. En onderweg naar mijn werk reed ik elke keer langs het spandoek dat hier aan de kazerne hing met de tekst ‘word jij ook vrijwilliger’. Toen dacht ik; die hangt er niet voor niets.”

Ze meldde zich aan en de eerste oefenavond meelopen bij Brandweer Loosdrecht staat nog in haar geheugen gegrift; in een bootpak werd ze als slachtoffer te water gelaten om gered te worden. “Maar het pak was wat ouder en ik was compleet verzopen, maar dat boeide me niks. Ik dacht alleen maar ‘dit is te gek, leuk dat je dit soort dingen mag oefenen’; mee het water op met de boot, dat geeft een kick.’

Uitdaging

“Dat is ook wel een reden dat ik bij de brandweer wilde. Ik daag mezelf graag uit. Doe het liefst iets sportiefs. En als een ander zegt dat dat eigenlijk niet kan, dan wil ik het juist. Zo wilde ik als jong meisje al op voetbal, maar in Ootmarsum waar ik opgegroeid ben zaten er helemaal geen meisjes op voetbal, dus ging ik een andere sport doen. Maar toen ik Psychologie ging studeren ben ik alsnog gaan voetballen. Ook bij de brandweer gaan was, toen ik jong was, niks voor meiden, maar ik vond het altijd al mooi; grote rode auto’s, een stoer vak.”

Welkom

In Loosdrecht kwam ze niet als eerste vrouw binnen. “Het was fijn dat Daniëlle er al rond liep en er eerder vrouwen bij het korps zaten. Ook nu hebben weer twee vrouwen zich aangemeld. Over het algemeen voel ik me prima thuis in een mannenomgeving en ik ben meteen heel welkom geheten door het hele korps.”

De kick, de uitdaging, was niet de enige reden om zich aan te melden als brandweervrijwilliger. “Van waarde kunnen zijn voor de samenleving, is waarom ik bewust heb gekozen voor de brandweer. Net als mijn keuze om te gaan werken voor de Triodos Bank. De bank staat voor een eerlijke samenleving waar iedereen zich kan ontplooien en we rekening houden met elkaar en de omgeving. Daar doen we het echt voor en dat is ook zo bij de brandweer. Het geeft een goed gevoel dat wij met elkaar iets moois kunnen doen voor de mensen uit ons eigen dorp.”

Bubbel

Het is één van de overeenkomsten tussen het brandweervak en haar werk. “Het zijn daarentegen wel twee echt verschillende bubbels. Bij de bank zit ik vooral in overleggen op kantoor. Bij de brandweer komt een uitruk onverwacht, moet alles snel. Is er volop actie. Daar kan ik de stoere Christel zijn, op mijn werk zet ik vooral mijn denkkracht in. Als HR Business Partner hou ik mij bezig met talentmanagement, geef ik organisatieadvies, begeleid ik verandertrajecten. Op de wekelijkse oefenavond bij Brandweer Loosdrecht ben ik actief bezig, lekker aan het leren en mezelf sportief aan het uitdagen. Ik vind alles te gek, ik zou zo ook in het leger kunnen”, lacht ze enthousiast.

Spierpijn

Uitdagingen genoeg in Loosdrecht, het korps heeft ruim 180 uitrukken per jaar, met één blusvoertuig en een boot. “Eén van mijn eerste uitrukken was een autobrand met uitbreiding naar een schuur en heg. We waren de eerste aankomende ploeg en ik wist even niet wat me overkwam qua actie. Ik pakte in de snelheid geen aanvalsslang maar een veel te grote en zware 52 mm slang. De andere opgeroepen tankautospuit hoefde niks meer te doen… want er kwam water genoeg uit en de dag erna had ik me toch een spierpijn”, lacht ze.

Team

“Met oud en nieuw hadden we ook een mooie klus als team, een auto was letterlijk op een omgevallen boom gereden. De auto zat vast op de stam en we moesten de boom eronderuit zagen. Ik had meteen zoiets van ‘dat ga ik doen’. Als zo’n bijzondere klus dan lukt, dan geven we elkaar wel even na afloop een high five. Samen succes hebben is veel belangrijker dan mijn eigen succes.”

Concessies

Brandweervrijwilliger worden betekende wel concessies doen. “Ik deed aan tennis, trainen en competitie. En daar zouden dan nog twee avonden brandweer bijkomen; opleiding en oefenavond. Toen zij mijn man wel ‘dat is misschien een beetje veel’. Dus stopte ik de tennis even maar nu ik de opleiding op zak heb kriebelt het wel weer om wat erbij te gaan doen.”

Oppasmoeder

In het gezin is het ook af en toe puzzelen met de tijd. “Ik ben niet alleen werknemer en brandweervrouw maar vooral moeder. Ik geniet ervan om ons dochtertje naar bed te brengen ’s avonds. Samen nog even kletsen, de dag doornemen en voorlezen. Toen ik bij de brandweeropleiding begon was ze nog maar een jaar en ik wilde haar niet laten opgroeien met een moeder die haar zomaar verlaat, zeker omdat ik het toen nog niet uit kon leggen. Dus dan ging ik soms niet als er een uitruk was. Inmiddels hebben we een afspraak en roept ze enthousiast ‘mama gaan’ of ik neem haar mee, want in Loosdrecht hebben we ook oppasmoeders op de kazerne.”

Slaap

“Op mijn werk hebben ze overigens geen last van mijn combi als brandweervrijwilliger. Ze vinden het heel gaaf en interessant; ik ben nog niemand in het bankwezen tegengekomen die dit ook doet. Uitrukken doe ik als ik thuis ben, na het werk. En soms kan ik een dag thuiswerken. Dat is fijn, want als de pieper gaat ga ik graag mee! Gelukkig ben ik ook iemand die prima tegen wat slaapgebrek kan, want na een nachtelijke uitruk moet ik meestal de volgende dag gewoon werken.”


Tekst: Linda Blok / TekstBlok
Foto’s: Bastiaan Miché / Foto Miché
Mei 2023

Zie ook

Stel een vraag
Sluit stel een vraag box