Als er op je werk brand uitbreekt of iemand valt, weet je dan wat je moet doen? Het is belangrijk dat er de juiste eerste hulp wordt geboden. De eerste hulpverleners bij een bedrijf zijn bedrijfshulpverleners (BHV’ers). De taak van BHV’ers is om letsel en schade voor medewerkers, bezoekers en klanten zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken.
Hun voornaamste taken zijn:
Voor het werk van de brandweer is de samenwerking met BHV’ers heel belangrijk. Een BHV’er vangt de brandweer op en geeft informatie over wat er precies aan de hand is. Op deze manier heeft de brandweer informatie om goed, snel en veilig te kunnen werken. Bedrijfshulpverleners moeten zich regelmatig bijscholen. Door oefeningen worden de vaardigheden ook op peil gehouden.
Elke werkgever met één of meerdere werknemers is verplicht om maatregelen te treffen op het gebied van BHV. Een werkgever moet goed voorbereid zijn op ongevallen, brand en ontruiming. De BHV moet afgestemd zijn op de aard, grootte en specifieke risico’s van een onderneming. Uiteraard moeten de bedrijfshulpverleners zijn opgeleid voor hun taken en moeten ze ook over het juiste materieel beschikken. Hoeveel BHV’ers er precies nodig zijn, kunnen bedrijven laten bepalen op basis van de Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). Dit hangt af van een aantal factoren, zoals onder andere de grootte en complexiteit van het gebouw, het aantal aanwezigen en de opkomsttijd van hulpdiensten zoals de ambulance.
Een table-top ontruimingsoefening is een simulatie van een ontruiming. Aan de hand van een casus wordt ‘op tafel’ een ontruiming nagespeeld. De oefening kan zowel met alleen bedrijfshulpverleners als met medewerkers worden gedaan.
Bij de oefening wordt gebruik gemaakt van een plattegrond van (een afdeling van) de organisatie. Hierop kan met behulp van bijvoorbeeld LEGO-onderdelen aangegeven worden waar mensen in bed liggen, rolstoelen of tafels staan etc.
Bij aanvang van de oefening wordt met elkaar besproken waar de nooduitgangen zijn, de brandhaspels en/of -blussers hangen, de brandmelder hangt en waar de verzamelplaats is. Dit kan bijvoorbeeld door kaartjes met pictogrammen neer te leggen op de plattegrond.
Vervolgens krijgt elke medewerker een (LEGO)poppetje dat hem/haar vertegenwoordigt en wordt de casus voorgelegd. Elke medewerker zet zijn/haar poppetje op de (werk)plek waar hij/zij op het moment in de casus logischerwijs is. De medewerkers geven vervolgens aan wat ze denken te moeten doen bij een ontruiming.
Afhankelijk van de grootte van de groep duurt een oefening ongeveer 30 – 60 minuten.