Zomer, 2022. In Heerenveen staat het dak van een bedrijfspand in brand, dat vol ligt met zonnepanelen. Na een paar uur blussen is de brand onder controle. De volgende dag staan Stefan en Martina op het dak om onderzoek te doen. Maar als de zon tevoorschijn komt, beginnen de panelen weer te branden. De brandweer wordt opnieuw opgeroepen. Stefan: “Deskundigen hadden ons verzekerd dat de brand uit was en de zonnepanelen niet meer zouden gaan branden. Toch gebeurde het. Uit ons onderzoek bleek dat dit komt door de combinatie met een specifiek soort dakbedekking, waardoor de hitte zich op een andere manier verspreidt dan we dachten. Nuttige informatie natuurlijk, want er komen alleen maar meer zonnepanelen bij in de toekomst.”
Een mooie casus met nuttige leerpunten. De drie Groningse brandonderzoekers nemen dat soort leerpunten alle drie ook mee in hun werk als brandweerman en -vrouw. Martina: “Ik vind het echt een verdieping van ons brandweervak. Door opleiding en ervaring leer ik brand steeds beter te begrijpen. Ik weet waar het heen kan gaan met een brand en waarop ik moet letten. Doordat ik bijvoorbeeld weet wat bepaalde materialen doen, of bepaalde ruimtes.”
Een mooie casus met nuttige leerpunten. De drie Groningse brandonderzoekers nemen dat soort leerpunten alle drie ook mee in hun werk als brandweerman en -vrouw. Martina: “Ik vind het echt een verdieping van ons brandweervak. Door opleiding en ervaring leer ik brand steeds beter te begrijpen. Ik weet waar het heen kan gaan met een brand en waarop ik moet letten. Doordat ik bijvoorbeeld weet wat bepaalde materialen doen, of bepaalde ruimtes.”
Daarnaast vindt Dirk het mooi om te zien dat de brandonderzoeken daadwerkelijk zorgen voor verandering. “We zagen bijvoorbeeld bij bepaalde elektrische apparaten dat ze steeds ontbrandden. Daar zat een patroon in. Die informatie hebben wij doorgegeven aan de fabrikant, waarna zij hun producten hebben aangepast. Ook heeft ons onderzoek er bijvoorbeeld voor gezorgd dat de regelgeving over de geveldoorvoer voor de afvoer van rook van pelletkachels is aangepast. Dat was een mooi succes voor ons.”
Maar hoe gaat zo’n onderzoek nou eigenlijk in zijn werk? Simpele casussen kunnen de brandonderzoekers telefonisch afhandelen door direct betrokkenen te spreken, maar bij complexere incidenten gaan de onderzoekers ter plaatse. Het begint altijd met research: wat voor uitruk is het geweest? Wie waren erbij betrokken? Stefan: “Ook zoeken we van tevoren vaak al wat nieuwsberichten op, zodat we een zo compleet mogelijk beeld hebben voordat we naar de plek van de brand gaan. Eenmaal ter plaatse houden we eerst onze handen op de rug: we raken niks aan. We kijken rond en maken foto’s. Daarbij gaan we van het minst verbrande naar het meest verbrande, zo kom je steeds dichter bij de kern.”
Daarbij letten de onderzoekers specifiek op bepaalde dingen, zoals brandpatronen op de muur en de manier waarop objecten zijn gesmolten. Martina: “Zo kom je erachter waar het het heetst is geweest en hoe de rook zich heeft verplaatst. Vervolgens gaan we op zoek naar sporen die met de brand te maken kunnen hebben, zoals een ontstekingsbron. Wat is hier gebeurd? Je graaft naar informatie, eigenlijk maak je een reconstructie van wat zich heeft afgespeeld. Je formuleert bepaalde hypotheses en zoekt online of zoiets al eens eerder is gebeurd. De mogelijke oorzaken zetten we op een rijtje en gaan we, als dat mogelijk is, testen in onze container op het oefenterrein in Wijster.”
Een wens voor de toekomst is om meer te kunnen betekenen op het gebied van stalbranden en branden in de zorg. Dirk: “Die branden krijgen wij nu nog niet standaard door, maar er is wel behoefte om meer inzicht te krijgen in zulke branden en om daar lering uit te kunnen trekken qua preventieve voorzieningen. Met als doel om dat soort branden te verminderen natuurlijk.”
Team Brandonderzoek Noord-Nederland is een samenwerkingsverband van Groningen, Friesland en Drenthe. Elke provincie levert drie brandonderzoekers, die om de beurt een week piket hebben.