Zeg je Pieter Timmer (65), dan zeg je brandweer. Zijn werk? Brandweer. Zijn hobby? Brandweer. En nu wordt het gevaarlijk, zijn grote liefde? Brandweer! Een klein geintje natuurlijk: de liefde voor zijn vrouw, dochter en zoon is net nog even wat groter, maar ‘de brandweer’ neemt voor de ‘Finnerwolmer’ wel echt een groot deel van zijn leven in. Dat juist zijn zoon een deel van zijn taken als ploegchef overneemt, is voor hem de ultieme overdracht. Pieter: “Ik vind het al geweldig dat we samen op uitruk gaan, maar dat hij nu echt het stokje van me overneemt, daar ben ik gewoon echt heel trots op.”
Timmer senior begon in 1985 als brandweervrijwilliger in zijn dorp Finsterwolde. In 2009 maakte hij van zijn hobby zijn beroep bij Brandweer Groningen, door te gaan werken als medewerker bij Vakbekwaamheid.
“Volgend jaar maart ben ik veertig jaar bij de brandweer”, vertelt Pieter trots, “dat is best lang als je er zo over nadenkt. Maar iIk kan je vertellen, als de pieper gaat dan ben ik nog net zo fanatiek als negenendertig jaar geleden. Dat verandert nooit. Thuis worden ze er natuurlijk wel eens gek van, maar ach: ze zijn er inmiddels ook wel aan gewend.”
In zijn veertigste dienstjaar is het ook de bedoeling om met pensioen te gaan. Maar om niet in het gevreesde zwarte gat na zijn pensionering te vallen, besluit Pieter zijn werkzaamheden in laagjes af te pellen. De eerste stap: stoppen als ploegchef. “Aan de ene kant kijk ik er heel erg naar uit om met pensioen te gaan, maar aan de andere kant lijkt het me helemaal niets”, lacht hij. “Ik zie er echt wel een beetje tegen op om helemaal te stoppen met werken. Daarom blijf ik gewoon nog onderdeel van de ploeg in Finnerwold en ga ik hopelijk nog heel lang met Sander mee op uitruk.”
Vader en zoon bestrijden inmiddels al bijna dertien jaar in dezelfde ploeg branden in Finsterwolde en omgeving. Omdat Sander al van kleins af aan te maken krijgt met de brandweer is de stap om ook brandweerman te worden geen grote.
Sander: “Ik zat als klein jongetje al bovenaan de trap te kijken als pa een melding kreeg. Dat vond ik fantastisch.” Pieter vult aan: “Ik nam hem ook wel eens mee als hij toevallig bij me was en de pieper ging. Langs huis rijden ging dan niet meer en dan zat hij netjes te wachten in de tankautospuit. Later deed hij zelfs ook kleine klusjes zoals de slangen oprollen. Dat kun je je nu echt niet meer voorstellen, maar zo ging dat toen wel.”
Mooie herinneringen hebben vader en zoon ook aan de tijd dat Sander nog thuis woonde. Als dan de pieper ging, kwam er een heuse strijd aan te pas. “Wie is er als eerste omgekleed en wel bij de voordeur? Stond ik al lang klaar en moest pa nog de trap af komen. Dan riep ik naar hem: kom je nog, ouwe?”, lacht Sander. Pieter herinnert zich dat overigens anders en legt uit dat hij dat vooral expres deed.
Inmiddels heeft Sander het ouderlijk huis verlaten, werkt hij alweer een aantal jaar op het Chemiepark in Delfzijl als beroepsbrandweerman en is hij samen met zijn ploeggenoot Koen de kersverse ploegchef van Finsterwolde.
Sander: “Ik vind het echt een eer om mijn vader op te volgen. Hij heeft enorm veel kennis en ik heb veel van hem geleerd. Verder begrijp ik hem nu ook ineens een stuk beter. Een paar jaar geleden dacht ik nog wel eens, als ik vond dat hij zat te mopperen: ‘Waar maak je je druk over?’ Maar nu denk ik soms wel: ‘Ach, je had ook wel gelijk.’”
Omdat het werk dat zijn vader verzet als ploegchef toch iets te veel van één persoon vraagt is de functie nu over twee personen verdeeld. Sander: “Wat Pieter in z’n eentje deed was wel echt veel werk. Samen met Koen, die ik als collega van het Chemiepark ook goed ken, kunnen we het mooi verdelen. We vullen elkaar wat dat betreft goed aan en we zijn goed op elkaar ingespeeld.”
En daar is pa Timmer het ronduit mee eens: “Ik ga mijn taak als ploegchef wel echt missen hoor. Ik was altijd het aanspreekpunt. Wat er ook is, ze weten me altijd te vinden. Nu zijn Sander en Koen de eerste die ze bellen, dat is wel even wennen. Maar die jongens kunnen dat. Daar heb ik alle vertrouwen in.”