Bij nacht en ontij je bed uit om mens en dier te helpen. Nederland telt zo’n 19.000 mannen en vrouwen die als brandweervrijwilliger oproepbaar zijn. Zij combineren dit met hun gewone werk, thuissituatie en andere bezigheden. In deze serie vertellen vrijwilligers waarom zij de pieper altijd bij de hand houden. Militair Benjamin Chin-A-Sen (25) uit Leersum. “Ik ben opgevoed met de gedachte dat je mensen moet helpen.”
“Bij ons thuis kwamen altijd mensen over de vloer, mijn ouders hebben mij opgevoed met het idee dat je voor mensen klaar moet staan. Dat stuk hulpverlening heeft dus altijd in mij gezeten”, vertelt hij enthousiast.
Toch kiest hij niet meteen voor een beroep in die richting, Hij volgt na de middelbare school de opleiding ICT op het MBO. Maar als hij in 2019 in zijn toenmalige woonplaats Doorn een reclamebord van de lokale brandweer tegenkomt, aarzelt hij geen moment. “Ik heb contact opgenomen met de postcommandant of ik één oefenavond mocht meelopen. Ik was meteen verkocht.”
Niet alleen mensen helpen, maar ook de combinatie met de actie spreekt hem aan. “Als die pieper gaat, dan krijg je meteen een berg adrenaline…” De aanstellingskeuring haalt hij met gemak. “Ik sportte altijd al veel, doe aan crossfit, dus fysiek was het geen probleem.” De opleiding tot manschap bleek nog wel een verrassingen te herbergen. “Ik ben bang voor grote beesten. De les met grote koeien een noodhalster aanlijnen vond ik best spannend, maar ik heb het wel gedaan”, lacht hij.
“Mijn opleiding tot manschap heb ik gedaan in twee delen. Want ik maakte halverwege de overstap van de IT naar Defensie. Daarvoor moest ik drie weken een deel van de opleiding intern doen. Zoveel weken missen kon niet bij de brandweeropleiding, maar de Veiligheidsregio Utrecht heeft toen de overstap naar een andere manschappen-klas geregeld en toen ben ik daar weer verder gegaan.”
“Dan reed ik op maandag naar de legerplaats op de Veluwe en reed ik tussendoor twee avonden na mijn opleidingsdagen terug naar huis; één avond voor de brandweeropleiding en één avond voor de reguliere oefenavond van Doorn. Dat was wel even pittig ja. Maar dan hadden we weer een mooie oefenavond gedraaid en dan wist ik weer waarvoor ik het deed.”
“Mijn eerste reanimatie is mij bijgebleven. Ik zat nog niet bij het leger en ging maar net naar de brandweeropleiding, ik had nog niet heel veel geoefend. Mij werd mij gevraagd om de familie van het slachtoffer te helpen, bij ze te blijven. Dat was indrukwekkend. Inmiddels heb ik zoveel bijgeleerd. Bij de brandweer maar ook bij defensie.”
Waar ik ’s nachts ook heen ga met de brandweer ik moet wel op tijd op appel staan, want te laat komen bij defensie wil je niet.
Zijn hulpverlenende karakter komt niet alleen tot uiting als hij een uniform draagt. In de tijd dat hij de beide opleidingen volgt gaat hij op een vrije dag motorrijden met een vriend. “Ik reed net het dorp uit en zag een zwaar ongeval gebeuren. Ik dacht meteen: ‘ik moet helpen’ en ben omgekeerd. Ik heb eerste hulp verleend en omstanders gevraagd 112 te bellen. Het slachtoffer was ernstig gewond, het was heftig om te zien. Maar dan merk je dat je wel kunt handelen, dat alle kennis eruit komt. Ik ben er de hele tijd bij gebleven, heb alles gezien en dat heeft wel een impact gehad. Ik heb er lang last van gehad. Zowel bij de brandweer als bij defensie is nazorg geregeld. Ik kon er op beide plekken, zowel bij de brandweer als defensie, goed over praten. Dan merk je dat de kameraadschap en het teamgevoel bijzonder zijn.”
Er zijn meer momenten waarop de opgedane kennis van pas komt. De brandweeropleiding biedt hem bij defensie ook voordelen. “Omdat ik mijn brandweeropleiding al had afgerond mag ik op de kazerne waar ik gelegerd ben BHV’er zijn. Met alle ervaring kan ik wel wat mooie scenario’s bedenken voor oefeningen.”
Andersom komen zijn kennis van ICT en de vaardigheden die hij opdoet bij de verbindingsdienst ook van pas. “Bij Brandweer Doorn beheerde ik de pagers, hield ik de sociale media en website bij en ik bouwde een speciaal betaalsysteem voor de bar.”
Hij heeft nog geen uitzendingsperiode meegemaakt, maar met enige regelmaat is Benjamin een paar weken van de radar voor de brandweer, omdat hij dan met zijn werkgever, de Landmacht, op oefening is. “Meestal weet ik de oefenweken van tevoren en geef ik dat door. Dat betekent ook dat ik vaak ’s avonds, ’s nachts en in het weekeinde uitruk voor de brandweer, overdag zit ik in Stroe op de kazerne. Maar die nachtelijke uitrukken zijn voor mij geen probleem, ik ben een nachtwerker. Het enige waar ik voor moet waken, is dat ik niet te laat kom. Waar ik ’s nachts ook heen ga met de brandweer ik moet wel op tijd op appel komen, want te laat komen bij defensie wil je niet. Dan kom je echt niet weg met een paar keer opdrukken… Overigens te laat komen bij de brandweer wil je ook niet, want dan sta je naar de rode achterlichten te staren”, lacht hij.
Het lijkt me echt mooi om met dit monster, ons bosbrandvoertuig, te rijden in de toekomst
Dat is wel één van de redenen dat hij eind dit jaar de overstap wil maken van Defensie naar de politie. “Ik zit nu veel in het bos met de verbindingseenheid, maar ik wil meer de straat op, tussen de mensen, meer in de actie. Ik wil de opleiding tot agent gaan doen, het liefst word ik motoragent. Dan draai ik over een tijd diensten en is de kans groot dat ik enkele dagdelen thuis ben zodat ik hier in Leersum ook overdag meer kan betekenen. Want de brandweer blijf ik zeker doen. Ik heb ook daar nog wel dromen. Ik heb al mijn C-rijbewijs gehaald via het leger en ik ben opgeleid om in het bos te rijden. Het lijkt me echt mooi om met dit monster, de CCFM ons bosbrandvoertuig, te rijden in de toekomst”, besluit hij.
Tekst: Linda Blok / TekstBlok
Foto’s: Bastiaan Miché / Foto Miché
Juni 2023