Meer risico op natuurbranden, hoe gaat de brandweer daar mee om?

08 juni 2023
Door regio: Landelijk

Het risico op natuurbranden is de afgelopen weken toegenomen. Afgelopen weekend woedde er onder andere een brand in Nationaal Park De Maasduinen bij het Noord-Limburgse dorp Bergen, waarbij zo’n vijf hectare verloren ging. Wat betekent dit verhoogde risico voor de rest van de zomer, hoe bestrijdt de brandweer natuurbranden en wat kan jij doen? Dit zijn zeven vragen en antwoorden over de bestrijding van natuurbranden.

Is het opvallend dat er nu al veel risico is op natuurbrand?

Vorig jaar was het vroege voorjaar erg droog en hadden we eerder in het seizoen te maken met natuurbranden. Dit jaar was het voorjaar veel natter en is het risico in de loop van mei toegenomen. Ieder jaar is dus anders.
Door het oplopen van de temperatuur, de stabiele (noorden)wind en geen neerslag drogen de vegetatie en de brandstoffen die op de bodem liggen in natuurgebieden op en is de kans op een snelle uitbreiding van een natuurbrand aanwezig. Er zijn nu zo’n vijf tot tien meldingen per dag, maar dit kan erg variëren.

Hoe is de brandweer voorbereid op natuurbranden?

Een natuurbrand is uitdagend om te bestrijden. Het zijn bijvoorbeeld vaak lastig te bereiken plekken en er kan veel brandstof aanwezig zijn, waardoor het vuur zich kan uitbreiden. De brandweer is daarom speciaal voorbereid op het bestrijden en beheersen van natuurbranden. De meeste natuurbranden worden bestreden door de lokale brandweerkorpsen ondersteund door onder andere speciale terreinvaardige voertuigen, handcrews en helikopters en drones.

Speciale teams in het natuurgebied

Er zijn twee handcrews die in heel Nederland ingezet kunnen worden: eentje vanuit de veiligheidsregio’s IJsselland en Twente en een handcrew vanuit de veiligheidsregio’s Midden- en West-Brabant, Brabant-Noord, Brabant Zuid-Oost en Limburg-Noord.
De hoofdtaak van de handcrew is het weghalen van brandstof. Dit gebeurt te voet met handgereedschap, daarom kunnen deze brandweermensen op alle plekken komen die voor voertuigen onbereikbaar zijn.
In de avond- en nachtperiode, als de wind is gaan liggen, sporen ze ondergrondse brandjes, ook wel hotspots, op en maken die uit. Het team kan ook stoplijnen maken, wat een smalle strook is zonder brandbare vegetatie. Deze ‘lijn’ kan aangesterkt worden door water of andere middelen om verder de vegetatie weg te halen. Hierdoor kan de brand er niet overheen. Het team beschikt over speciale kleding.
Beide teams kunnen elkaar assisteren als dat nodig is. Dat gebeurde afgelopen weekend nog bij een brand in Nationaal Park De Maasduinen bij het Noord-Limburgse dorp Bergen.

Brandbestrijding vanuit de lucht

Fire Bucket Operations (FBO) gaat om het bestrijden van brand met een zogeheten ‘Fire Bucket’. Dit is een grote waterzak die, vanonder een helikopter, vanuit de lucht boven de brand wordt leeggegooid.
Het bijzondere aan deze vorm van brandbestrijding is dat de brandweer hierbij militaire hulp krijgt.

Hoe wordt bepaald hoe groot het risico is?

Dagelijks monitoren de veiligheidsregio’s het natuurbrandrisico. Dit doen ze bijvoorbeeld op basis van meetstations in de natuur. Deze meten onder andere de luchtvochtigheid, windsnelheid, neerslag, temperatuur en brandstofvochtigheid. Ook hebben veiligheidsregio’s contact met meteorologen voor de weerberichten en contact met de natuurbeheerders, en ondersteunt het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) de Veiligheidsregio’s om het landelijke beeld van natuurbrandrisico te duiden. Op basis van al deze bronnen wordt besloten of het risiconiveau moet worden aangepast en of er vanuit de brandweer nog maatregelen moeten worden genomen. Denk bij dat laatste aan de inzet van luchtsurveillance om een natuurbrand snel te lokaliseren en het direct alarmeren van extra brandweervoertuigen bij een melding van een natuurbrand. Daarmee is er direct veel slagkracht ter plaatse om de brand zo snel mogelijk onder controle te krijgen.

Betekent de droogte nu dat we de rest van de zomer meer risico hebben op natuurbranden?

Dit is niet te zeggen. Natuurbrandrisico is volledig afhankelijk van de meteorologische omstandigheden, zowel de oplopende droogte als de luchtvochtigheid, temperatuur en windrichting en -snelheid. Bij regelmatige neerslag zal het risico laag blijven. Nu we een langdurige periode van droogte hebben, zal het risico pas afnemen als er regelmatig neerslag valt.

Wat kan je als bewoner/bezoeker van een natuurgebied doen?

In Nederland (en in heel Europa overigens) worden bijna alle natuurbranden door de mens veroorzaakt. Een deel onbewust, een deel bewust.
Als je dichtbij een natuurgebied woont of ergens gaat wandelen of recreëren, en je benieuwd bent hoe het risico wordt ingeschat, kijk je op www.natuurbrandrisico.nl. Op dit moment geldt voor de meeste regio’s dat we in fase 2 zitten. Dat betekent dat we vragen of je extra bewust wil zijn:

  • Maak geen vuur in de natuur
  • Wees extra alert op verdachte situaties.
  • Veroorzaak niet per ongeluk een natuurbrand: gooi daarom sigaretten en glas altijd in een prullenbak of neem het mee. Denk ook aan kolen van de barbecue of opgehoopt tuinafval (broei)
  • Parkeer je auto (met hete katalysator) niet in hoog en droog gras.

Zie je een brand ontstaan? Blijf kalm, bel 112 en geef de locatie van de natuurbrand door. Probeer een grote brand niet zelf te blussen. Verlaat de plek in de richting van de openbare weg of de bebouwde kom. Loop niet voor de brand uit, blijf uit de rook en loop altijd haaks op de rookwolk.
Het doorgeven van je locatie kan in de natuur een uitdaging zijn, gebruik daarom de 112-app die geeft gelijk je locatie door aan de meldkamer.

Wat is het verschil tussen fase 1 en fase 2?

Natuurbeheerders en brandweer zijn altijd voorbereid op een natuurbrand. Zij hebben in fase 1 (nog) geen extra maatregelen getroffen. Wel geldt altijd dat voorzichtigheid met vuur in de natuur geboden is.
Fase 2 ontstaat wanneer het al langere tijd droog is in de natuur. Het risico dat een natuurbrand ontstaat is groter. Een natuurbrand kan zich in droge periodes snel en onvoorspelbaar ontwikkelen, zeker bij harde wind. Terreineigenaren, natuurbeheerders en hulpdiensten zijn in deze periode extra alert, maar vragen ook uw medewerking om de gevolgen van natuurbrand te voorkomen of te beperken.

Op dit moment geldt voor de meeste regio’s fase 2.

Lees hier meer over de fases: Uitleg fases op natuurbrandrisico.nl

Het risico op natuurbranden neemt toe. Blijft dit wel beheersbaar?

Klimaatverandering zal zorgen voor een toenemend risico op onbeheersbare natuurbranden. Dit komt door langere periodes van droogte en toenemende temperaturen. Daarvoor waarschuwen deskundigen van het KNMI, de Wageningen University & Research, de Vrije Universiteit in Amsterdam, Deltares en het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV). Het versterken van de bluskracht van de brandweer voor natuurbranden is alleen niet voldoende. Het is belangrijk dat we vooraf maatregelen nemen om een snelle uitbreiding van een natuurbrand te voorkomen. Daarom werken we met overheid en onder andere de natuurorganisaties aan maatregelen die voorkomen dat een brand kan ontstaan of zich snel kan uitbreiden.

Denk aan slimme landschapsinrichting. Met natuurbeheerder werken we bijvoorbeeld aan het aanleggen van stoplijnen: dat zijn stroken waar weinig brandstof te vinden is voor het vuur. Zo kan een brand zich maar beperkt uitbreiden. En we bekijken bijvoorbeeld welke bomen en planten risicovol zijn als het om brand gaat en hoe je het landschap dan verstandiger kan inrichten.

Zie ook

Stel een vraag
Sluit stel een vraag box