Vorig jaar was het vroege voorjaar erg droog en hadden we eerder in het seizoen te maken met natuurbranden. Dit jaar was het voorjaar veel natter en is het risico in de loop van mei toegenomen. Ieder jaar is dus anders.
Door het oplopen van de temperatuur, de stabiele (noorden)wind en geen neerslag drogen de vegetatie en de brandstoffen die op de bodem liggen in natuurgebieden op en is de kans op een snelle uitbreiding van een natuurbrand aanwezig. Er zijn nu zo’n vijf tot tien meldingen per dag, maar dit kan erg variëren.
Een natuurbrand is uitdagend om te bestrijden. Het zijn bijvoorbeeld vaak lastig te bereiken plekken en er kan veel brandstof aanwezig zijn, waardoor het vuur zich kan uitbreiden. De brandweer is daarom speciaal voorbereid op het bestrijden en beheersen van natuurbranden. De meeste natuurbranden worden bestreden door de lokale brandweerkorpsen ondersteund door onder andere speciale terreinvaardige voertuigen, handcrews en helikopters en drones.
Er zijn twee handcrews die in heel Nederland ingezet kunnen worden: eentje vanuit de veiligheidsregio’s IJsselland en Twente en een handcrew vanuit de veiligheidsregio’s Midden- en West-Brabant, Brabant-Noord, Brabant Zuid-Oost en Limburg-Noord.
De hoofdtaak van de handcrew is het weghalen van brandstof. Dit gebeurt te voet met handgereedschap, daarom kunnen deze brandweermensen op alle plekken komen die voor voertuigen onbereikbaar zijn.
In de avond- en nachtperiode, als de wind is gaan liggen, sporen ze ondergrondse brandjes, ook wel hotspots, op en maken die uit. Het team kan ook stoplijnen maken, wat een smalle strook is zonder brandbare vegetatie. Deze ‘lijn’ kan aangesterkt worden door water of andere middelen om verder de vegetatie weg te halen. Hierdoor kan de brand er niet overheen. Het team beschikt over speciale kleding.
Beide teams kunnen elkaar assisteren als dat nodig is. Dat gebeurde afgelopen weekend nog bij een brand in Nationaal Park De Maasduinen bij het Noord-Limburgse dorp Bergen.
Fire Bucket Operations (FBO) gaat om het bestrijden van brand met een zogeheten ‘Fire Bucket’. Dit is een grote waterzak die, vanonder een helikopter, vanuit de lucht boven de brand wordt leeggegooid.
Het bijzondere aan deze vorm van brandbestrijding is dat de brandweer hierbij militaire hulp krijgt.
Dagelijks monitoren de veiligheidsregio’s het natuurbrandrisico. Dit doen ze bijvoorbeeld op basis van meetstations in de natuur. Deze meten onder andere de luchtvochtigheid, windsnelheid, neerslag, temperatuur en brandstofvochtigheid. Ook hebben veiligheidsregio’s contact met meteorologen voor de weerberichten en contact met de natuurbeheerders, en ondersteunt het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) de Veiligheidsregio’s om het landelijke beeld van natuurbrandrisico te duiden. Op basis van al deze bronnen wordt besloten of het risiconiveau moet worden aangepast en of er vanuit de brandweer nog maatregelen moeten worden genomen. Denk bij dat laatste aan de inzet van luchtsurveillance om een natuurbrand snel te lokaliseren en het direct alarmeren van extra brandweervoertuigen bij een melding van een natuurbrand. Daarmee is er direct veel slagkracht ter plaatse om de brand zo snel mogelijk onder controle te krijgen.
Dit is niet te zeggen. Natuurbrandrisico is volledig afhankelijk van de meteorologische omstandigheden, zowel de oplopende droogte als de luchtvochtigheid, temperatuur en windrichting en -snelheid. Bij regelmatige neerslag zal het risico laag blijven. Nu we een langdurige periode van droogte hebben, zal het risico pas afnemen als er regelmatig neerslag valt.
In Nederland (en in heel Europa overigens) worden bijna alle natuurbranden door de mens veroorzaakt. Een deel onbewust, een deel bewust.
Als je dichtbij een natuurgebied woont of ergens gaat wandelen of recreëren, en je benieuwd bent hoe het risico wordt ingeschat, kijk je op www.natuurbrandrisico.nl. Op dit moment geldt voor de meeste regio’s dat we in fase 2 zitten. Dat betekent dat we vragen of je extra bewust wil zijn:
Zie je een brand ontstaan? Blijf kalm, bel 112 en geef de locatie van de natuurbrand door. Probeer een grote brand niet zelf te blussen. Verlaat de plek in de richting van de openbare weg of de bebouwde kom. Loop niet voor de brand uit, blijf uit de rook en loop altijd haaks op de rookwolk.
Het doorgeven van je locatie kan in de natuur een uitdaging zijn, gebruik daarom de 112-app die geeft gelijk je locatie door aan de meldkamer.
Natuurbeheerders en brandweer zijn altijd voorbereid op een natuurbrand. Zij hebben in fase 1 (nog) geen extra maatregelen getroffen. Wel geldt altijd dat voorzichtigheid met vuur in de natuur geboden is.
Fase 2 ontstaat wanneer het al langere tijd droog is in de natuur. Het risico dat een natuurbrand ontstaat is groter. Een natuurbrand kan zich in droge periodes snel en onvoorspelbaar ontwikkelen, zeker bij harde wind. Terreineigenaren, natuurbeheerders en hulpdiensten zijn in deze periode extra alert, maar vragen ook uw medewerking om de gevolgen van natuurbrand te voorkomen of te beperken.
Op dit moment geldt voor de meeste regio’s fase 2.
Lees hier meer over de fases: Uitleg fases op natuurbrandrisico.nl
Klimaatverandering zal zorgen voor een toenemend risico op onbeheersbare natuurbranden. Dit komt door langere periodes van droogte en toenemende temperaturen. Daarvoor waarschuwen deskundigen van het KNMI, de Wageningen University & Research, de Vrije Universiteit in Amsterdam, Deltares en het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV). Het versterken van de bluskracht van de brandweer voor natuurbranden is alleen niet voldoende. Het is belangrijk dat we vooraf maatregelen nemen om een snelle uitbreiding van een natuurbrand te voorkomen. Daarom werken we met overheid en onder andere de natuurorganisaties aan maatregelen die voorkomen dat een brand kan ontstaan of zich snel kan uitbreiden.
Denk aan slimme landschapsinrichting. Met natuurbeheerder werken we bijvoorbeeld aan het aanleggen van stoplijnen: dat zijn stroken waar weinig brandstof te vinden is voor het vuur. Zo kan een brand zich maar beperkt uitbreiden. En we bekijken bijvoorbeeld welke bomen en planten risicovol zijn als het om brand gaat en hoe je het landschap dan verstandiger kan inrichten.