Haar klasgenoten verklaarden haar voor gek dat ze bij de brandweer wilde maar zelf heeft ze nooit getwijfeld. ‘Ik heb altijd mijn eigen plan getrokken. En wacht maar tot zij me een keer nodig hebben’, stelt de 25-jarige Anita van Zon uit Blaricum. Sinds vijf jaar zit ze als manschap bij de vrijwillige brandweer in Blaricum en ze is sinds kort de jongste instructeur in de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek.
In kazerne in Blaricum is het een komen en gaan van vrijwilligers. Er wordt nog even nagepraat over de brandweerwedstrijd waar een Blaricumse ploeg als tweede eindigde. Verder wordt er gewerkt op de kazerne. Anita is er inmiddels kind aan huis. Vol enthousiasme en trots geeft ze een korte rondleiding en toont haar kastje, de eigen kledingruimte voor de jeugdbrandweer en de auto’s: twee tankautospuiten, een hulpverleningsauto en de bus met aanhanger bestemd voor het Rietenkapteam. ‘Ik woon sinds kort naast de kazerne dus ben er vaak als eerste bij een uitruk, dan gooi ik de deuren vast open en rij de bus naar buiten en koppel de aanhanger aan’, vertelt ze.
Ze is klein en fijngebouwd, oogt zo op het eerste gezicht wat timide, maar Anita weet wat ze wil. Al jong kwam ze in aanraking met de brandweer, want haar vader diende jarenlang bij de vrijwillige en beroeps brandweer. ‘Dan kwam hij mij ophalen van mijn oppas met de auto van de Officier van Dienst. Toen ik in de eerste van de middelbare school zat wilde ik graag weten wat mijn vader nu precies allemaal had gedaan. Ik ging op YouTube zoeken en kwam uit bij filmpjes van kazerne Dirk in Amsterdam. Toen dacht ik: dat wil ik ook.’
In haar tijd was er in Blaricum nog geen jeugdbrandweer. Ze had kunnen instromen bij de jeugdbrandweer in Huizen, maar dat viel op dezelfde dag als haar dressuurles en het paardrijden ging voor. Dus rondde ze eerst haar middelbare school af en ging op haar zeventiende een keer meelopen met Brandweer Blaricum. Ze was meteen verkocht. ‘Het kan natuurlijk tegenvallen, maar ik vond het meteen gaaf. Niet alleen de grote branden, maar juist ook als ik echt iets voor iemand kan betekenen. Dat geeft de meeste voldoening.’
In het een na laatste jaar van haar studie Sportkunde, waar ze zich specialiseerde in adventure sporten, kreeg ze iets meer tijd om naast haar studie aan de opleiding tot Manschap A te beginnen. “Twee opleidingen tegelijk was even pittig maar het was het alles meer dan waard.” Na die opleiding stroomde ze vrij snel door naar de opleiding tot instructeur. Voor haar geen ongewone stap. Ze volgde op haar zestiende de opleiding tot skilerares en op haar HBO-opleiding leerde ze ook didactische vaardigheden.
Ze is nu de jongste instructeur binnen de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek. “Erg leuk om te doen, een mooie combinatie van mijn brandweervaardigheden en mijn studieachtergrond. Het is niet alleen een kwestie van overbrengen van kennis maar ook van goed luisteren en weten waar precies de vraagstukken liggen. Ik weet dat ik nog weinig brandweerervaring heb, maar het lukt mij prima om de kennis die ik heb over te brengen. Ik ben rustig en normaal niet zo op de voorgrond, maar als je mij voor een groep zet dan sta ik er ook voor.”
Zelf is ze ook nog lang niet uitgeleerd. Chauffeur / pompbediener en bevelvoerder staan nog op haar wensenlijst, maar in de tussentijd leert ze genoeg tijdens de uitrukken. ‘Alle vrijwilligers hebben een andere achtergrond, ander werk, iedereen brengt wat mee. Zo heb ik al van jongs af aan een paard, als er iets met paarden is dan word ik geroepen. Ook ben ik door mijn werk in de kinderopvang gewend met kinderen om te gaan. Het is toch iets anders als ik op een klein kind kom aflopen of dat een grote brandweerman dat doet.’
Bij een uitruk op de snelweg kwam haar tengere postuur van pas. Ze lacht: ‘Was een vrachtauto met bieten omgevallen, de sleutel moest uit de auto gehaald worden maar we konden er alleen via een klein luikje in, daar werd ik natuurlijk ingeduwd. Ik was klein, mijn collega was sterk, het was echt teamwork en dat maakt dit werk ook zo leuk.’
Bij de uitrukken haalt ze haar grootste motivatie uit iets voor een ander betekenen. ‘Waar we komen is ellende. Wij kunnen de situatie niet altijd veranderen of verbeteren. Waarin we wel altijd wat kunnen betekenen is hoe slachtoffers en betrokkenen het ervaren. Hoe je met iemand omgaat kan een wezenlijk verschil maken. Als het lukt om echt contact te maken met een slachtoffer of een kindje dat ergens bij betrokken is op het gemak stellen dan kom ik met een big smile terug op de kazerne.’