Bevelvoerder Dennis Klasen van Brandweer Delfzijl is samen met zijn ploeg op de terugweg van een inzet in Uithuizen, als ze opnieuw opgepiept worden. Dit keer voor een zinkend schip in de haven van Farmsum. Binnen een paar minuten zijn ze ter plaatse. “Toen we aankwamen was het schip nog aan het kapseizen. Het eerste waarop we ons richtten was daarom het stabiliseren van het schip. Het personeel van de scheepswerf dacht goed mee en kwam met het idee om de mast vast te zetten met behulp van heftrucks.”
De druk is dan even van de ketel, maar al snel komen er nieuwe vragen op. Klasen: “Waar zit het slachtoffer precies en hoeveel lucht heeft hij nog? Door te kloppen op het schip konden we redelijk goed bepalen waar hij zich bevond. Vervolgens heb ik opdracht gegeven om met behulp van de reddingszaag een gat te zagen in het dek van het schip. Het voordeel van deze zaag is dat je de diepte per centimeter kunt instellen, zodat je niet gelijk een enorm gat maakt met het risico om het slachtoffer te raken.”
Ze zagen eerst een klein gat waardoor het slachtoffer daglicht krijgt, en ze beter met hem kunnen communiceren. Vervolgens zagen ze daar ruim omheen. Tussendoor houden ze contact met het slachtoffer en vertellen ze wat ze aan het doen zijn. Als het gat groot genoeg is, kunnen ze het slachtoffer er voorzichtig uithalen met behulp van een speciale brancard. Die bleek onderkoeld te zijn, maar verder gelukkig weinig te mankeren. Met de ambulance wordt hij vervoerd naar het ziekenhuis.
Officier van Dienst Richard Lubben komt ter plaatse als het gat al is gezaagd. “Doordat ik wat langer moest rijden heb ik het grootste deel van de inzet in de auto meegekregen. Aanrijdend heb ik goed overwogen of we beschikten over de juiste materialen en wat de mogelijke scenario’s waren. Het was bijvoorbeeld ook een optie dat we een reddingsduik hadden moeten doen, maar dat is heel gevaarlijk in een wrak. Dus dan hadden we de risico’s heel goed moeten afwegen. Gelukkig was dat niet nodig omdat ze het slachtoffer er via het gat in het dek uit konden halen.”
Terugkijkend zijn Klasen en Lubben tevreden over de inzet en blij met de uitkomst. Lubben: “Het was een goede inzet. De collega’s hebben snel gehandeld en het juiste gedaan. Ook beschikten we over de juiste middelen, zoals in dit geval de reddingszaag. Een inzet als deze is zeldzaam, maar we hebben hem toch goed kunnen afronden.” Klasen: “Wat meehielp is dat verschillende collega’s van de brandweer werkzaam zijn in de scheepsbouw. Ook de samenwerking met de partners, zoals de waterpolitie, ambulance en de mensen van de scheepswerf, verliep heel goed. Iedereen was euforisch na de inzet. Het slachtoffer heeft er niks aan overgehouden. Al met al de perfecte uitkomst.”
Uitgelichte foto: Richard Degenhart