Het is van belang dat er snel gevlucht kan worden en dat deuren hierin geen belemmering vormen. Vluchtdeuren en nooduitgangen moeten daarom van binnenuit direct te openen te zijn, in principe in één handeling. Het gebruik van een tag of sleutel is niet toegestaan. Om te voorkomen dat bij brand vluchtroutes onbruikbaar zijn, moeten deuren in deze routes altijd zonder andere hulpmiddelen vanuit de vluchtrichting te openen zijn. Bij een elektronisch slot (magneet, tag etc.) is het zaak dat een groen kastje is geplaatst waarmee de deur handmatig te ontgrendelen is.
Ook aan de buitenzijde van een nooduitgang is het zaak dat er geen blokkades worden opgeworpen die het vluchten kunnen belemmeren. Denk aan het plaatsen van vuilcontainers, fietsen of zelf geparkeerde auto’s.
Niet elke deur waardoor een vluchtroute voert is een nooddeur. Formeel zijn nooddeuren deuren die uitsluitend worden gebruikt tijdens een calamiteit. Omdat deze deuren bijna nooit gebruikt worden is de kans groot dat er obstakels worden geplaatst aan de binnen- en buitenzijde van deze deuren. Om dit te voorkomen moet aan de buitenzijde een pictogram of sticker worden geplaatst met de tekst “nooduitgang vrijhouden”. Ervaring leert dat een dergelijke sticker soms ook aan te bevelen is aan de binnenzijde van de deur of op deuren die formeel niet als nooddeur aangemerkt worden maar zich daartoe wel lenen.
Noodverlichting is bedoeld om een ruimte of vluchtweg ten tijde van stroomuitval te verlichten zodat op een veilige manier gevlucht kan worden.
Het doel van noodverlichting is veilig vluchten wanneer de normale verlichting uitvalt. Om veilig te kunnen vluchten en om panieksituaties te vermijden bij het uitvallen van de netspanning zijn gebouwen voorzien van noodverlichting. Dit is vereist in ruimten waar > 75 personen worden toegelaten en in de vluchtroutes vanuit die ruimte. Ook gangen van hotels en trappenhuizen die een flinke hoogte overbruggen (bijv. bij hotels) moeten voorzien zijn van noodverlichting. Noodverlichting kan centraal of decentraal worden aangebracht. Decentrale armaturen hebben een ingebouwde accu die bij stroomuitval tenminste 60 minuten werkt. Noodverlichting gaat normaliter pas branden als de stroom, en hiermee de reguliere verlichting, uitvalt.
Vluchtrouteaanduiding is bedoeld om in geval van nood de vluchtroute tot aan het aansluitende terrein (buiten) aan te wijzen. In veel gevallen dient de vluchtrouteaanduiding te zijn verlicht.
Vluchtrouteaanduiding is bedoeld om aanwezigen in een gebouw duidelijkheid te geven over het verloop van de vluchtroutes. Hierdoor kunnen ook personen die minder bekend zijn in het gebouw bij aan calamiteit snel de (juiste) uitgang van het gebouw bereiken. Vluchtrouteaanduiding is te herkennen aan een, al dan niet verlicht, groen pictogram met een pijl en een lopend mannetje. Vluchtrouteaanduiding moet goed zichtbaar zijn, en dus vrij van aankleding zoals gordijnen en dergelijke. Vluchtrouteaanduiding is verplicht in ruimten waardoor een verkeersroute voert (vaak zijn dit gangen) en in ruimten voor meer dan 50 personen.